In 1995 ben ik afgestudeerd aan de Academie Minerva te Groningen. Richting: tekenen en schilderen. Sedertdien ben ik professioneel werkzaam. Ik woon en werk aan huis in Middelstum.
Het schilderen is een proces en een spontaan laten gebeuren. Middel en doel, proces en resultaat zijn even belangrijk. Het schilderen vindt van binnenuit plaats. Vorm is een uitdrukking uit en van het vormloze en geeft daar inhoud aan. Als medium wordt olieverf gebruikt. De verf wordt doormiddel van penseel, palet- of plamuurmes en andere middelen als karton of rubbers op een linnen drager aangebracht. Dat gebeurd in verschillende technieken; nat in nat en/of verschillende lagen. De schilderijen ontstaan veelal in series. Deze zijn verschillend. Ook in stijl. Maar zij vormen wel een geheel onder één noemer. Het werk is abstract. Aan abstractie worden verschillende interpretaties, namen en vormen gegeven. In pure abstractie of non-figuratie worden beeldende middelen autonoom toegepast. Spontaniteit, intuïtie, irrationaliteit en rationaliteit kunnen een belangrijke rol vervullen. Kleur is een belangrijk expressiemiddel. Het gaat mij niet zozeer om het experimenteren met materialen alswel om het experimenteren met beeldvorming, kleur en de wijze van schilderen. Daarbij wordt getracht het wezen van abstractie en schilderkunst te benaderen en uit te drukken in authentieke beeldtaal. Hierbij is abstractie een complement van verinnerlijking. Leven en werk is een samenhangend proces van innerlijke en creatieve ontplooiing of ontdekking in vrijheid.
Vanaf het begin zijn composities van vorm, vlak en kleur gemaakt. Handschriftelijk of gestileerd. Constructief of geometrisch-abstract. Als aanleiding werden stilleven-objecten gebruikt. Deze werden op voorstudies en op doek in verschillende fasen uit de realistische context gelicht. Zij werden gedesobjectiveerd. Doormiddel van transformatie en abstractie werden de vormen van objecten en de omgeving herschikt en opnieuw samengesteld tot een geheel nieuwe innerlijke en abstracte compositie of verbeeldingswereld, die vrijwel niets meer had van wat oorspronkelijk werd waargenomen. Na 2002 ontstonden zonder aanleiding en op een directe en spontane wijze non-figuratieve composities en werken van een vrije abstracte expressie.
De laatste jaren zijn hoofdzakelijk gespatelde schilderijen ontstaan. Dit werk is handschriftelijk, pasteus, levendig, energetisch en aanwezig. Het spatelen en trekken gebeurt laag over laag; ongehinderd door ratio, techniek of technische vaardigheid. Palet- en plamuurmessen, karton en rubbers zijn zeer geschikt voor dat doel. De werkwijze is snel, direct, spontaan en intuïtief. Daardoor is er veel ruimte voor toeval en allerlei tonale effecten en vormen, die van te voren niet kunnen worden voorzien en bedacht. Desalniettemin vindt er bij tijd en wijle een wikken en wegen plaats om het spatelen te stroomlijnen of te corrigeren door overschilderen. Het werk laat een veelheid zien aan vormen, niet-vorm, kleuren en structuren. In bepaalde gevallen vindt een vrije abstracte expressie plaats binnen strakke of lineaire kaders of patronen. Maar een deel is ook eenvoudig en monochroom, dooraderd met verschillende kleurtonen. Op een spontane en intuïtieve wijze worden ook constructivistische oplossingen gemaakt. Binnen geometrische kaders wordt ook wel geschilderd. De toekomst geeft ruimte voor nieuwe wegen en ontwikkelingen.
In sommige gevallen kunnen schilderijen samengevoegd worden tot één werk. Het schilderen vindt zoveel als mogelijk plaats in het nu vanuit het geheel. Getracht wordt de beschouwer aan te spreken. Het schilderij kan verschillende ervaringswerkelijkheden uitdrukken en teweeg brengen. De essentie is een eenheid in verscheidenheid. Non-dualiteit in dualiteit.
Los van de context, kan het schilderij ook gezien worden als een concrete verschijningsvorm, die uit en voor zichzelf spreekt. Want vorm, niet-vorm, vlak, formaat, kleur, niet-kleur, punt, lijn, materiaal, ondergrond, textuur, tonaliteit, handschrift, stijl, techniek, werkwijze, ruimtelijke oriëntatie, en andere beeldende middelen en relaties, die het beeld bepalen, kunnen waarnemingseffecten geven, waarin verschillende betekenissen opgesloten liggen, die individueel kunnen worden bepaald. Als zodanig zijn er in het abstracte werk verschillende interpretaties, associaties, en ervaringen mogelijk, die hun weerspiegeling vinden in het innerlijk. Sommige werken kunnen op verschillende manieren worden opgehangen en gezien. Er is een combinatie mogelijk uit twee of meerluiken. Vervolgens is een combinatie mogelijk van verschillende schilderijen tot een totaalwerk. Daarnaast kan een hele serie tentoongesteld worden in combinatie met werk uit andere series of met werk van andere kunstenaars en disciplines. Aard, omvang en opstelling van het werk kan van invloed zijn op het gezichtsveld en het effect daarvan op de beschouwing en de ervaring.